maandag 16 februari 2009

Nixdorf Computer

Beste lezer van mijn curriculum, nu moet u eerst efkes dat stukje over Olympia teruglezen om nog te kunnen volgen! Ik werd daar dus geheadhunt door een computerfabriek en dat was Nixdorf Computer. Intussen is dat bedrijf ook allang ter ziele gegaan, wat dat precies was zal ik even uitleggen. In de tijd dat er nog geen computers waren, zocht iedereen naarstig naar manieren om terugkomende processen te automatiseren met machines. Die processen, die vond men vooral in de boekhouding. Dus maakte men boekhoudmachines. Die waren zwaar, duur, moeilijk te bedienen en ze konden niet veel. Met de uitvinding van de transistor kon dat nu elektronisch en dat ging een heel stuk vlotter. Die dingen noemde men dan computer. Ik heb al een traktaatje geschreven over de ponsband, nu eentje over de magneetstripkaart. Dat was een boekhoudsteekkaart met op de zijkant een magneetstrip, zo'n beetje zoals de huidige bankkaarten magneetstrips hebben. Boekhoudmachines konden dus die kaarten lezen en onthouden wat er op stond en op die manier kon er met veel creativiteit vanalles worden geautomatizeerd. Niet alleen boekhouding, maar ook productie, verkoop en zo. Dat bedrijf startte dus in België op in de chaussée de La Hulpe, in een splinternieuw kantoorgebouw, een van de eerste met landschapskantoren. Nu, dat kon mij niet veel schelen, want ik was daar toch nooit. Ik mocht de computers gaan verkopen in Oost- en West-Vlaanderen, en in een stukje van Brabant. Die machines kostten zo'n miljoen frank ofte 25.000 euro en ik verkocht er op mijn sloefen twee à drie per maand. Naast mijn vast loon, dat ik niet meer weet, kreeg ik 4% commissie en dat was altijd veel meer dan mijn vast loon. Ik dank Nixdorf nog altijd voor het financieren van mijn huis in Zellik. De 100.000 kilometer per jaar die ik nodig had om mijn omzet bij elkaar te krijgen, scheurde ik af in een Toyota Corolla Sprinter, en toen mijn tweede dochter geboren werd, met een Simca 1302 (daar konden meer kindjes in), een sjieke blauwe, zacht wiegende slee. Die kon niet echt tegen het werk dat ik deed (er waren toen géén snelheidsbeperkingen, nergens!) en ik heb hem snel moeten vervangen door een Ford Consul, een bruine met een lederen dak... Jullie denken dat ik grapjes maak, maar dat bestond toen allemaal. Maar een Ford, dat was ook niet voor dat zware snelle werk, dat werd toen een Ranger 2500 (Engelse versie van Opel Commodore), met zes-in-lijn motor. Die heeft het 200.000 km uitgehouden. Ik moet wel zeggen dat de Ford vlot een kinderkoets, een kinderstoel + een wiegje + twee volwassenen kon vervoeren, vaak nog ook met een hond erbij. Ik denk dat ik geluk had dat de economie toen booming was, dat er een nieuwe industrie aan het ontstaan was (de IT), dat de mensen die daarin werkten een status hadden als een chirurg of toch iets waar niemand zich iets kon bij voorstellen, en dat de lonen verticaal stegen. Maar wees gerust, mijn uitgavenpatroon kon dat goed volgen... Na een jaar of twee, werd er eerst een bijkantoor geopend in Antwerpen en vervolgens een in Gent, op het E3-plein, in het gebouw waar die film onlangs is gedraaid, "Aanrijding in Moskou". Ik mocht daar manager spelen, met twee hardware-technici en één software nerd die als hobby het verzamelen van margarine-doosjes had. Dat was toen ook iets nieuws! Ik was ook trots op Nicole, mijn secretaresse, die mooi Gents praatte, mooi rossig haar had en veel sproetjes op haar gezicht. Zij is later met een bloemenwinkel getrouwd. Het verkopen ging zo hard dat ik er een junior mocht bijnemen, een zoon uit een oud West-Vlaams ondernemersgeslacht, en toen die zijn opleiding had gedaan, ging hij bij zijn vader werken. Nixdorf was wel bezorgd over de kwaliteit van zijn werknemers en zo stuurden ze mij meerdere keren naar hun opleidingsinstituut in Pfungstadt. Daar leerde ik begot programmeren, analyses schrijven, die machines uit elkaar halen en terug in elkaar steken, bier met schnapps drinken, lekker Duits eten, uitgaan met maten... Wij zaten daar namelijk voor periodes van telkens drie weken en ik was pas getrouwd! Na vier jaar Nixdorf, kwam er een beetje de klad in. Er kwamen namelijk échte computers op de markt, met een scherm en met een disk en zo, onvoorstelbaar! Ik moest daartegen concurreren en begreep niet hoe ik keer op keer het onderspit moest delven. Gelukkig rinkelde op een avond de telefoon, met een stem uit het verleden. Een Franstalige ex-collega van bij Olympia vroeg me of ik geen zin had om opnieuw collega te worden in een piepklein Amerikaans bedrijf, dat van die computers maakte met een scherm en een disk. Ik was benieuwd!

donderdag 15 januari 2009

SunComfort

Suncomfort

Na de uitgeverij De Feniks ben ik niet direct bij Olympia gaan werken. Daar zat nog een klein jaar Suncomfort tussen. Helemaal vergeten. Vlug de pensioendienst verwittigen.

Mijn vader heeft me die job bezorgd, via een klant van hem die een hoge piet was bij De Standaard. Ik mocht mij gaan aanbieden bij de krant dus. Daar ontdekte ik dat het bedrijf eigenaar was van een touroperator met de welluidende naam Suncomfort. Het was de periode waarin het reizen naar het zuiden in de mode kwam, en er van dit soort organisaties tientallen uit de grond schoten. Suncomfort was gespecializeerd in Tenerife.

Suncomfort was gevestigd op het Barricadenplein in Brussel, ik denk in hetzelfde gebouw waar nu die Vlaamse partij in zit met vele namen, maar die begon als Volksunie. De patron was een ex-koloniaal met ADHD, een groot pillenslikker en waarschijnlijk een soort bruin gebrande avonturier.
Zijn naam was waarschijnlijk Dumortier. Ik zat ik een ploegje dat de verkoop van de reizen aan de reisbureaus regelde, en ik was verantwoordelijk voor de voorbereiding van de input "in de ordinator" (De Standaard-taal van toen). Dat kwam erop neer dat ik ieder reisdossier op een inputformulier in code moest invullen. Iemand anders maakte daar dan ponskaarten van, en een computer las die kaarten en deed wat er verder te doen was. Het was een kantoorjob en het enige leuke eraan was... de batterij telexen.

Die stonden allemaal tegen een muur te ratelen en waren verbonden met hotels en luchtvaartmaatschappijen over gans Europa. Het is één van die snertmachines die het einde van mijn carrière in de reisbusiness betekende. Gelukkig.

Op een dag werd er een nieuwe telex geleverd door de RTT (nu Belgacom). Dat ding werkte niet goed, want als er iemand aan de andere kant van Europa een bericht intikte, kwam dat helemaal onleesbaar bij ons toe. Na uren zwoegen en proberen ontdekte ik dat er iets fout was met het toetsenbord, waardoor je niet de letters op papier kreeg die je aansloeg. Enfin, er kon mee gecommuniceerd worden maar de vele meters papier en de urenlange internationale telefoonverbinding wogen zwaarder dan mijn uitleg... ik stond op straat (Waarschijnlijk zat er iets anders achter, want kort nadien werd het bedrijf opgedoekt).

Een weekje later begon ik dus bij Olympia.